• Omgangsvormen

    Je moet als advocaat scherp zijn in het belang van je cliënt. Of sla je een ander juist met vriendelijkheid de wapens uit handen?

  • Niet onnodig grieven

    Je mag niet onnodig grieven, zegt Gedragsregel 7. Maar het maakt nogal wat uit of je het tegen je cliënt hebt, of tegen de wederpartij. Kritiek op de rechter mag, als je het zakelijk brengt. En politie en OM zijn soms wat te snel op hun tenen getrapt – want als het om de belangenbehartiging gaat, mag een advocaat niet meer belemmerd worden dan bij wet voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk. En natuurlijk maakt het ook uit of je in het openbaar fulmineert, of iemand rechtstreeks aanspreekt.

    Welwillendheid

    Onderling moeten advocaten streven naar een verhouding van welwillendheid en vertrouwen, zegt Gedragsregel 24. En er zijn nogal wat concrete regels over bijvoorbeeld confraternele correspondentie, die sinds begin 2018 niet vanzelfsprekend meer is maar moet worden afgesproken. Denk ook aan elkaar tijdig informeren over executiemaatregelen en over het overnemen van elkaars cliënten. Om de jurisprudentie over cliënten aftroggelen niet te vergeten.

    Asshole

    En hoe moet je omgaan met kantoorgenoten? Heb je een ‘asshole’ op kantoor? Of ben je er zelf misschien een, heel af en toe?

     

  • Vraag 1:

    Is het nog van deze tijd dat tussen advocaten bijzondere omgangsregels gelden, zoals Gedragsregel 24?

    • Wat zijn de voor- en/of nadelen voor de cliënt?
    • Dragen deze gedragsregels bij aan een goede rechtspleging?

    Vraag 2:

    Bart Stapert zei in het Amsterdams BalieBulletin (juni 2016):
    ‘Een van mijn tegenspelers zei eens: Bart is hard op de inhoud, maar zacht op de persoon. Dat is ook zo. Ik vind het volstrekt normaal dat je zo met elkaar omgaat, uit gevoel van collegialiteit, uiteindelijk leidt dit ook tot resultaat, want er zijn genoeg situaties dat je soms iets moet afkaarten met een officier, en dat gaat zo een stuk sneller’.
    En: ‘In de VS heb je juryrechtspraak en in dat soort procedures heb je als advocaat vaak een hardere opstelling dan in een rechtszaak in Nederland. De rol van een advocaat in de VS is veel scherper gedefinieerd. De rol van officier ook, daar zit niets magistratelijks in, maar omdat die rollen zo duidelijk zijn, kan je toch – misschien paradoxaal genoeg – amicaler met elkaar omgaan’.

    • Ben je het met Stapert eens dat je zacht op de persoon moet zijn?
    • Hoe zullen anderen jouw houding ten opzichte van de advocaat van de wederpartij, het OM, de rechter kenschetsen? Zie je zwakke punten en kun je daar iets verbeteren?

    Vraag 3:

    Lees onderstaand stukje uit een gesprek tussen scheidend griffiers van verschillende tuchtcolleges: Schouwink: ‘Het criterium “onnodig grievend” heeft eigenlijk zijn betekenis verloren door de uitspraken van het EHRM. Het zijn artikel 10 EVRM-zaken geworden.’
    Ritsma: ‘Ik heb ook wel het idee dat bij het hof véél mag.’
    Schouwink: ‘Mensen moeten tegenwoordig een dikkere huid hebben dan vroeger. De advocaat die strafrechtelijk is veroordeeld voor het zeggen van “sukkel” tegen een rechercheur, heeft in de tuchtzaak geen appel ingesteld. Het is niet gezegd dat die klacht ook in beroep gegrond was verklaard.’
    Rammeloo: ‘Je kunt je wel afvragen: moeten advocaten meedoen met die verruwing?’

    • Vind jij dat er te veel mag, of te weinig?

    Vraag 4:

    Tuchtrechters zijn niet snel geneigd maatregelen op te leggen in zaken waarin een advocaat klaagt over bejegening door de andere advocaat. Begrijp je waarom?

Delen:

Submit to FacebookSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn